Voor de meeste wintersporters is ijs op de piste geen pretje. Het kan ontstaan wanneer steilere stukken van de piste kaal geschraapt worden doordat er veel gerutcht wordt. De harde onderlaag van de piste komt dan bloot te liggen. Bij temperaturen boven het vriespunt kan het 's ochtends vroeg ook ijzig zijn. De gesmolten bovenlaag van de piste bevriest 's nachts weer en die fijne afdaling van gisteren is nu keihard geworden.

Waarom lijken sommige skiërs veel minder moeite te hebben met kale pistes en ijsplaten? Is er een geheim? Nee, helaas. Er is geen geheime truc waardoor het vanzelf gaat. Maar er is wel een aantal dingen dat echt helpt op een ijzige ondergrond. Hieronder vind je vier tips wanneer je op een ijzige piste staat:

1. Dit zul je op voorhand moeten doen: zorg voor geslepen ski's. Grip heb je met je staalkanten en met botte kanten heb je nu eenmaal meer moeite als het ijzig is.

2. Je hebt alleen maar grip met je kanten als je ook daadwerkelijk kant. Let dus op een goede alpine houding: enkels, knieën en heupen gebogen en richting berg. Je bovenlichaam mag weer wat boven de ski's buigen en je schouders mogen wat meer dalwaarts gericht zijn.

3. Probeer niet te verkrampen, maar houd een zekere ontspanning in je spieren. Dit geeft je de kans om vlot te reageren op balansverstoringen en zo kun je kleine momenten waarop je wegglijdt opvangen.

4. Misschien alsnog een klein geheim: zie die ijzige piste tóch als een uitdaging en kies de beste plekken en lijnen. Over een kleinere ijsplaat kun je je heen laten glijden als je gezien hebt dat er daarna betere sneeuw ligt of zelfs een bultje. Dáár komt dan je volgende bocht, en niet op de ijsplaat. Ook aan de randen van de piste is de sneeuw vaak duidelijk beter en heb je meer grip. Ben dus opportunistisch, scan de piste en gebruik de goede plekken van de piste in je voordeel. Zo blijf je "in control" en kun je zelfs op een ogenschijnlijk kale piste plezier hebben.